In
het dierenrijk is de vecht-vlucht-reactie wijd verbreid als middel tot overleven.
Deze reactie treed op bij hevige angst of woede. Biologisch gezien is de reactie
in beide gevallen ongeveer gelijk. Bij allebei gaat het om het lichamelijk voorbereiden
op heftige actie: Vechten dan wel Vluchten. Voor beide activiteiten moet het
lichaam klaarstaan om aan de slag te gaan. Daarvoor zijn nuttig:
· Een snelle hartslag,
· een snelle ademhaling,
· afkoeling door zweten,
· zintuiglijke alertheid naar de buitenwereld (gauw afgeleid),
· tijdelijk weinig pijn ervaren,
· spieren gespannen (trillen),
· vertraagde of gestopte spijsvertering (vreemd gevoel in maag, darmen),
· geheugen en denken zijn uitsluitend gericht op het gevaar (geen theoretisch logisch denken meer).
De taak waarvoor de faalangst geldt,
vertegenwoordigt voor degene die daar last van heeft een groot gevaar. Deze
persoon komt in de situatie van vluchten of vechten. Je ziek melden of het werk
uitstellen of juist extra hard voorbereiden, nog meer leren.
In de hersenen wordt door de structuur die hypothalamus heet het hormoon CRF
gemaakt. Dit hormoon beïnvloedt op zijn beurt de productie van het hormoon
noradrenaline in de hersenen en aan de uiteinden van alle zenuwen van het
zogenaamde sympathische zenuwstelsel. Dit gaat binnen tienden van seconden en
heeft een relatief kortdurend maar wel onmiddellijk optredend effect. Het bereid
het lichaam voor op actie op de eerder beschreven wijze. Zodra deze reactie
plaatsvindt, wordt dus het rationele denken steeds moeilijker en voelt de
persoon in kwestie zich gespannen en des te angstiger door de lichamelijke
gebeurtenissen: hartkloppingen, zweten, versnelde ademhaling, dichtgeknepen
keel, black-out.
Het CRF heeft ook een tweede effect: het stimuleert de productie van ACTH in de
hypofyse, een hormoon dat verderop in het lichaam in de bijnier bepaalde
corticosteroïden doet vrijkomen. Ook die corticosteroïden zijn weer hormonen.
Ze doen in het hele lichaam lichamelijke herstelreacties optreden, zoals
bijvoorbeeld het starten van de spijsvertering, een verhoogde eetlust, maar ook
een sterk vermoeidheidsgevoel. Dit gebeurt ook als er uiteindelijk niet
gevochten of gevlucht is! Dat is nu eenmaal het effect van corticosteroïden in
ons bloed. Deze herstelreactie duurt veel langer dan het activerende
noradrenaline effect en begint ook pas later: pas na ongeveer 30 minuten.
Als nu die stressreactie beduidend vaker dan in de prehistorische natuur normaal is optreedt, dan kan dat leiden tot een ontregeling van dit hormoonsysteem. Dan is er erg vaak spanning en zodra die iets afneemt is er meteen een sterk vermoeidheidsgevoel. En als deze regelmatig optredende stress aanhoudt kan het zelfs tot moedeloosheid en depressie leiden. Gespannen als een snaar, moe, maar toch ook niet kunnen slapen. En dan maar weer aan het werk gaan voor die taak die nu eenmaal moet. Ziedaar het harde leven van de op bereiken gerichte faalangstige. De vermijdende faalangstige daarentegen wordt vaak - ten onterechte - 'lui' genoemd, want die gaat vaak iets anders doen, afleiding zoeken, veel slapen e.d., waardoor de voorbereiding juist niet afkomt, waardoor tijdens de taakuitvoering de spanning weer des te meer toeneemt. Ook een cirkel die zichzelf voortreffelijk in stand houdt en versterkt.
Bovenop dit alles blijkt het geheugen
tijdens de vecht-vlucht-reactie extreem goed te werken. Als de spanning maar
hoog genoeg is, dan wordt de bijbehorende situatie in één keer voor altijd
goed opgeslagen, inclusief het spannende angstgevoel. Een volgende keer in een
enigszins dezelfde situatie wordt dan ook meteen het betreffende angstgevoel
weer opgeroepen en in dezelfde mate als eerder. En het gekke is, dat dit
volledig buiten het bewustzijn wordt gehouden. Het is een soort alarmlijn die
rechtstreeks binnen het onbewuste verloopt. Pas de angst wordt door het bewuste
opgemerkt. Nog een cirkel die zichzelf versterkt en in stand houdt. Met een kans
op verbreding van het scala aan situaties waarin de faalangst op gaat treden.
Met een beetje pech wordt de faalangst nu van angst voor een bepaalde
taaksituatie een angst voor de angst.
Alleen al het zien van de repetitie leidt voor de cognitief faalangstige tot
bijv trillende spieren en een verminderd vermogen tot logisch nadenken. Het
alleen al aanwezig zijn op een verjaardag leidt voor de sociaal faalangstige tot
bijv 'niet weten wat te zeggen', zweten en hartkloppingen. Het zien van de
luisteraars klemt bij die spreekbeurt je keel dicht en belemmert je het praten.