Kenmerken van faalangstige leerlingen

Natuurlijk hebben niet alle faalangstigen al deze kenmerken. Maar als je veel van deze kenmerken in één persoon bij elkaar ziet, dan is de kans groot dat je iemand ziet die faalangstig is.

Fysiologische reacties

zweten

trillen

misselijk

hoofdpijn

rode vlekken / blozen

koude handen en voeten

veel plassen

overbeweeglijk

black-out

oppervlakkige ademhaling

adem inhouden

hartkloppingen

droge mond

maagpijn

stotteren

gespannen spieren

slecht slapen

huilen

frunniken met de handen / tikken oid met voeten

geen hap door de keel krijgen

'dichtgeknepen' keel, niet kunnen praten

trillende stem

Psychische reacties

piekergedachten

angst als toestand

gevoelens van agressie, teleurstelling en verdriet

wanhoop

ongeconcentreerdheid

laag zelfbeeld

blokkeert

Gedragsreacties

stil, teruggetrokken, zondert zich af

agressief, brutaal

stoer, clownesk

onrustig, druk, nerveus

onredelijk

vermijden/weglopen van opdrachten - van iets nieuws

ze willen veel feedback

Willen veel bevestiging

Vragen constant om hulp

ze missen veel van nieuwe uitleg

ze maken moeilijk oogkontakt, kijken je nauwelijks aan bij uitleg, ogen neerslaan

ze duiken weg achter hun voorbuur als je iets vraagt.

Ze blozen of knipperen met de ogen als je ze iets vraagt

ze durven individueel geen vragen te stellen aan docent, wachten passief af

ze durven geen vragen te stellen vanuit de klas

ze durven klasikaal geen antwoorden te geven op vragen van de leraar

ze vinden het moeilijk om verbanden te leggen tijdens uitleg

als je hun richting uitkijkt gaan ze druk doen

ze zijn uiterst gevoelig voor de sfeer in de klas

Gedragsreacties (vervolg)

ze kijken vaak eerst hoe anderen het doen

ze kunnen moeilijk " nee " zeggen

ze maken veel negatieve opmerkingen tegen zichzelf en anderen

ze zijn overgevoelig voor kritiek

ze kunnen moeilijk complimenten accepteren

ze verbergen zich graag in de grote groep

ze vermijden intensief persoonlijk contact

ze zitten erg lang op hun huiswerk

ze maken opmerkingen over niet kunnen en niets verwachten

ze stampen de stof erin

ze raken dan in paniek. als de vraag net iets anders is of het verkeerde antwoord spuit er uit

ze hebben er een hekel aan als je over hun schouder meekijkt

Vraagt voortdurend om goedkeuring

Verzet zich tegen opdrachten

Stelt zich afhankelijk op naar leerkracht

Nonchalance bij correcties

Destructief gedrag bij te hoge eisen

Durft zich niet gemakkelijk vrij in een spelsituatie te begeven

Voert opdrachten overdreven precies uit

Stroeve sociale contacten

Zeer gevoelig voor de verwachtingen van belangrijke anderen

In elkaar gedoken houding

Interne attributie bij falen

Externe attributiestijl bij succes

Aangeleerde hulpeloosheid

Depressieve gedragingen

Agressieve gedragingen

Beperkt gedragspatroon, sociaal en cognitief.

Laat zich gauw beïnvloeden door klasgenoten

bij toetsen:

ze kijken veel om zich heen

ze starten later dan de anderen

ze zijn onrustig

ze beginnen vaak met het moeilijkste

chaotisch

ze bewegen onrustig, bepaalde lichaamsdelen zijn overactief

paniek bij tijdsdruk

ze halen alles door elkaar bij controle aan het eind

ze krassen veel door in hun werk

ze merken alles op wat er om hen heen gebeurt

ze stellen veel vragen over werk en procedure

ze raken in de war van vragen van anderen

heel duidelijke fysiologische kenmerken (zie boven)

ze schatten de kwaliteit van hun werk verkeerd in

ze schatten tevoren hun mogelijkheden te laag in